Politieke Analyse
5 min lezen

De Opkomst van China: Een Nieuwe Wereldorde in de Maak?

Naoufal

Naoufal

12 juli 2025

🎙️ Podcast Editie

Luister ook naar de audio versie

Artikel
5 min lezen

Hoe werkt de politiek in China en hoe gaat de Chinese economie

China is in de afgelopen decennia uitgegroeid van een relatief arme communistische staat tot een wereldmacht met een enorme economie. Steeds vaker wordt de vraag gesteld wat het betekent als China de leidende supermacht zou worden, vooral in vergelijking met de huidige invloed van de Verenigde Staten. In deze blog kijken we naar hoe de politiek in China werkt en hoe de Chinese economie ervoor staat. We onderzoeken bovendien op welke gebieden China voorop loopt, of China een “betere” supermacht zou zijn dan Amerika, wat er zou kunnen gebeuren als China de VS voorbijstreeft, en wat dit alles zou betekenen voor een land als Nederland. Tot slot vergelijken we kort de leiders Xi Jinping en Donald Trump.

Politiek systeem in China: eenpartijstaat onder de CCP

De Volksrepubliek China is een eenpartijstaat die wordt gedomineerd door de Chinese Communistische Partij (CCP). In tegenstelling tot democratieën met meerdere partijen en vrije verkiezingen, is in China de CCP de absolute machthebber. Alle belangrijke bestuurlijke posities, van nationaal tot lokaal niveau, worden bekleed door partijleden of staan onder invloed van de partij. Er is geen échte oppositie of vrije pers die de regering ter verantwoording kan roepen. Volgens Amnesty International oefent de Communistische Partij in China volledige controle uit over alle overheidszaken en zelfs de rechtspraak, en onderwerpt de partijtop zich niet aan de eigen wetten. China heeft dan ook geen rechtsstaat in de zin zoals wij die in het Westen kennen: de machthebbers kunnen mensenrechten en grondwettelijke bepalingen naast zich neerleggen zonder consequenties.

Een belangrijk kenmerk van de Chinese politiek is dat beslissingen top-down worden genomen. Er bestaat formeel een parlement (het Nationaal Volkscongres), maar dit komt meestal unaniem overeen met wat de partijleiding voorstelt. Binnen de CCP is er wel eens intern debat, maar naar buiten toe is er één lijn: “democratisch centralisme” heet dat principe. In de praktijk betekent het dat zodra de partijtop een besluit heeft genomen, lagere niveaus dat volgen, en individuele burgers nauwelijks invloed kunnen uitoefenen op beleidskeuzes.

Xi Jinping, de huidige partijleider en president, heeft de laatste jaren de greep van de CCP op de samenleving verder verstevigd. In 2018 is de Chinese grondwet gewijzigd om de presidentiële termijnlimiet af te schaffen. Waar zijn voorgangers na twee termijnen moesten aftreden, kan Xi Jinping nu in principe levenslang aan de macht blijven. Xi heeft zich ook laten uitroepen tot kernleider en zijn politieke filosofie (“Xi Jinping Thought”) is in de grondwet verankerd. Dit alles wijst op een sterke persoonscultus en een autoritaire koers. Oppositie tegen de partij of kritiek op Xi’s beleid wordt niet getolereerd: dissidenten, journalisten en minderheden (zoals Oeigoeren in Xinjiang) krijgen te maken met censuur, arrestaties of erger. De Chinese overheid beschikt over een uitgebreid surveillancesysteem, zoals camera’s met gezichtsherkenning en een sociaal kredietsysteem, om haar bevolking in de gaten te houden.

Samengevat: het politieke systeem van China is autoritaristisch. Er is slechts één partij aan de macht, geen vrije verkiezingen, beperkte individuele vrijheden en geen onafhankelijke rechterlijke macht. Hoewel China zichzelf “socialistisch met Chinese kenmerken” noemt, kun je het in feite een moderne autocratie noemen. Dat wil zeggen dat de macht geconcentreerd is in de handen van één partij (en feitelijk één man, Xi Jinping) zonder democratische controle. Voor een land als Nederland, dat gewend is aan pluriforme democratie en mensenrechten, staat dit model dus ver af van onze waarden.

De Chinese economie: van groeispurt naar nieuwe uitdagingen

Economisch gezien heeft China een indrukwekkende ontwikkeling doorgemaakt. Sinds de hervormingen die eind jaren ‘70 onder Deng Xiaoping zijn ingezet, is China geëvolueerd van een gesloten plan-economie naar een vorm van staatskapitalisme. Dat betekent dat vrije markt en overheidshand sterk verweven zijn: er is ruimte voor particuliere bedrijven en ondernemers, maar de staat (en de Communistische Partij) houdt eindregie en grijpt in waar nodig. Deze formule heeft decennialang spectaculaire groei opgeleverd.

China is anno 2025 qua omvang de tweede economie ter wereld, na de Verenigde Staten. Ter illustratie: sinds 2010 staat China op die tweede plek en het is in 2021 zelfs de grootste exporteur wereldwijd geworden. Honderden miljoenen Chinezen zijn uit armoede omhooggeklommen richting een middenklasse bestaan. Steden als Shanghai en Shenzhen zijn hightech-metropolen geworden. China wordt vaak “de fabriek van de wereld” genoemd, omdat een enorm deel van alle consumentengoederen, van smartphones tot speelgoed, in Chinese fabrieken wordt geproduceerd.

Die economische kracht komt door een combinatie van factoren: een enorme beroepsbevolking, buitenlandse investeringen, technologische kopieën én innovaties, en centrale planning die zich richt op sleutelindustrieën. De overheid investeerde zwaar in infrastructuur (denk aan duizenden kilometers snelwegen en hogesnelheidstreinen), waardoor handel en transport makkelijker werd. Speciale economische zones trokken buitenlandse bedrijven aan die in China fabrieken opzetten. Het resultaat was jarenlang een dubbele groeicijfer: 10% of meer jaarlijkse groei was eerder regel dan uitzondering gedurende de jaren 80, 90 en 00’s. Zelfs rond 2010 groeide de economie nog met ongeveer 10% per jaar, al is dat tempo daarna wat afgezwakt. Ter vergelijking: waar het Chinese bruto nationaal product (BNP) in 2006 nog rond de 2,7 biljoen dollar lag, was dat in 2014 al 10 biljoen, bijna verviervoudigd in minder dan tien jaar.

Tegenwoordig groeit de Chinese economie minder hard, maar nog altijd sneller dan veel westerse economieën. In 2022 en 2023 kampte China met extra uitdagingen: de strenge coronamaatregelen remden de economie af en na de pandemie bleken er structurele problemen te zijn. Zo is er een flinke crisis in de vastgoedsector ontstaan, waarbij grote projectontwikkelaars met torenhoge schuldenlasten moeite hebben om projecten af te ronden. Ook daalt de export door wereldwijde onzekerheid, en is het vertrouwen onder Chinese consumenten laag. In 2023 kende China zelfs lichte deflatie (dalende prijzen) omdat mensen minder uitgeven. Daarnaast kampt China op langere termijn met demografische tegenwind: voor het eerst in \~60 jaar is de bevolking gaan krimpen, mede als gevolg van de vergrijzing en de erfenis van het eenkindbeleid. Minder mensen in werkbare leeftijd kunnen de groei verder afremmen in de toekomst.

Al deze ontwikkelingen maken dat sommige economen hun verwachtingen voor China hebben bijgesteld. Waar vóór 2020 veel analisten dachten dat China rond 2030 de Verenigde Staten zou inhalen als grootste economie (in nominale dollars), zijn die prognoses nu voorzichtiger. Volgens nieuwe voorspellingen van Bloomberg zal China pas tegen 2040 de Amerikaanse economie in omvang voorbijstreven, en dan nog met een kleine marge. Sterker nog, het is mogelijk dat China nooit langdurig de absolute nummer één wordt, als de huidige trend van vertraging doorzet. Dit staat in schril contrast met het eerdere idee dat China onvermijdelijk en snel de nieuwe economische hegemon zou zijn. Het geeft aan dat economische vooruitgang niet eindeloos vanzelfsprekend is: naarmate China rijker is geworden, nemen ook de kosten toe en stuit het model op grenzen (bijvoorbeeld milieugrenzen en schulden).

Toch blijft het Chinese economisch systeem indrukwekkend. Staatsbedrijven spelen nog steeds een grote rol in strategische sectoren (bijvoorbeeld energie, telecom, banken), terwijl private techgiganten als Alibaba en Tencent nieuwe diensten en platforms hebben gecreëerd die vergelijkbaar zijn met of zelfs geavanceerder dan hun Amerikaanse tegenhangers. De Chinese overheid stuurt de economie door middel van meerjarenplannen en investeringen in specifieke sectoren waarvan ze de groei wil stimuleren, zoals halfgeleiders, kunstmatige intelligentie en groene energie. Dit alles maakt dat de economie van China een wat ander karakter heeft dan de Amerikaanse of Nederlandse economie: het is minder vrij en ondernemend in politieke zin (want uiteindelijk bepaalt de Partij de richting), maar kan daardoor soms wel op ongekende schaal en snelheid gemobiliseerd worden voor een bepaald doel.

Voorop in technologie en innovatie

China liep historisch op veel fronten achter op het Westen, maar inmiddels loopt het land op een aantal gebieden juist voorop. De Chinese overheid heeft expliciet de ambitie om wereldleider te worden in hightech en innovatie. Zo wil China in 2025 toonaangevend zijn op het gebied van klimaat en schone energie, in 2035 de belangrijkste technologische grootmacht zijn, en rond 2049 (het 100-jarig bestaan van de Volksrepubliek) de leidende supermacht van de wereld. Dat zijn ambitieuze doelen, die met man en macht worden nagestreefd via investeringen, subsidies en beleid.

Op welke terreinen zien we nu al dat China vooroploopt? Enkele voorbeelden:

  • Elektrische auto’s en batterijen: China is de grootste markt én producent ter wereld van elektrische voertuigen (EV’s). In 2025 komt naar schatting tweederde van alle verkochte elektrische auto’s wereldwijd voor rekening van Chinese consumenten. Chinese merken zoals BYD, NIO en Xpeng domineren de binnenlandse markt en breiden snel uit naar andere landen. Bovendien worden elektrische auto’s in China gemiddeld goedkoper aangeboden dan traditionele benzine-auto’s, iets wat in geen ander land het geval is. In 2024 werd bijna 70% van alle elektrische auto’s wereldwijd in China gebouwd. Ook in de batterijen-industrie heeft China een sleutelpositie: het land heeft enorme fabrieken voor lithium-ion-accu’s en beheerst een groot deel van de toeleveringsketen van batterijmaterialen.

  • Telecommunicatie en kunstmatige intelligentie: Op het gebied van 5G (de nieuwste generatie mobiel internet) en telecominfrastructuur was China (via bedrijven als Huawei en ZTE) een tijdlang koploper, totdat geopolitieke spanningen leidden tot beperkingen voor Huawei in westerse landen. Desondanks is de voorsprong in technologie duidelijk gebleken: Huawei bouwde eerder grootschalig 5G-netwerken uit in landen wereldwijd. Daarnaast investeert China enorm in kunstmatige intelligentie (AI). Chinese universiteiten en bedrijven publiceren veel wetenschappelijk AI-onderzoek en dienen een recordaantal patenten in op dit gebied. Zo blijkt uit een rapport van de Verenigde Naties dat Chinese onderzoekers tussen 2014 en 2023 meer dan 38.000 AI-patenten voor generatieve AI hebben aangevraagd, veruit het hoogste aantal ter wereld en veel meer dan de VS in diezelfde periode. Omdat China minder strenge privacywetten heeft, kunnen techbedrijven en de overheid ook makkelijker aan grote datasets komen om AI-systemen te trainen. Dit geeft hen potentieel een voorsprong (hoewel ethische bezwaren hier op de loer liggen).

  • Hernieuwbare energie en infrastructuur: China is paradoxaal genoeg zowel ’s werelds grootste vervuiler als een groene koploper. Het land stoot de meeste CO₂ uit (ruim 30% van de wereldwijde uitstoot) door zijn omvang en nog altijd veel kolenverbruik. Tegelijk is China ook de grootste investeerder in duurzame energie. Meer dan de helft van de nieuw opgestelde opwekkingscapaciteit is daar inmiddels hernieuwbaar, in 2022 was voor het eerst de stroomproductie uit wind, zon en water groter dan die uit steenkoolcentrales. China produceert ook het merendeel van alle zonnepanelen ter wereld en heeft de grootste windmolenparken. In feite heeft China door massaproductie de prijzen van duurzame technologie sterk omlaag gebracht, waardoor groene stroom overal betaalbaarder is geworden. Daarnaast bouwt China op ongeëvenaarde schaal infrastructuur: hogesnelheidstrein-netwerken die vrijwel alle grote steden verbinden (meer dan 35.000 km spoor), gigantische bruggen, tunnels en nieuwe megasteden. Deze projecten demonstreren China’s vermogen om grootschalige plannen snel uit te voeren.

  • Ruimtevaart en wetenschap: China heeft een inhaalslag gemaakt in de ruimtevaart. Het land heeft eigen navigatiesatellieten (Beidou, als tegenhanger van GPS), een permanent ruimtestation (Tiangong) in een baan om de aarde, en in 2019 was China het eerste land dat een sonde op de achterkant van de maan liet landen. Dergelijke wapenfeiten tonen dat China technologisch niet meer afhankelijk is van het Westen, maar zelfstandig hightech doelen kan bereiken. Ook op gebieden als kwantumcomputers, biotechnologie en elektrische deeltjesversnellers investeert de overheid zwaar. Hoewel Westerse landen zeker nog wetenschappelijk vooruitlopen in kwaliteit en innovatie, is de kloof snel kleiner aan het worden.

Deze voorbeelden tonen dat China niet simpelweg een “kopieermachine” is van westerse uitvindingen, maar steeds vaker zelf innovatieleider wordt in bepaalde sectoren. Voor Nederland en andere Europese landen betekent dit dat we niet kunnen achteroverleunen: op onderwerpen als AI, groene technologie en digitale infrastructuur is het Westen zijn monopolie op vooruitgang kwijt. Dit biedt mogelijkheden voor samenwerking, maar ook risico’s als we te afhankelijk worden van Chinese technologie (denk aan discussies over Huawei’s rol in 5G-netwerken).

China versus Amerika: wie is de betere supermacht?

Nu China zo sterk opkomt, rijst de vraag: zou de wereld er beter aan toe zijn met China als leidende supermacht in plaats van de Verenigde Staten? Dit is een complexe en enigszins hypothetische vraag, maar we kunnen wel een aantal overwegingen maken.

Allereerst hebben de Verenigde Staten sinds de Tweede Wereldoorlog de rol van grootste wereldmacht vervuld. De VS brachten welvaart, internationale instituties (zoals de VN, NAVO, Wereldbank) en verspreidden ook in zekere zin democratische waarden. Echter, de Amerikaanse dominantie kende ook schaduwzijden: militaire interventies en oorlogen (Vietnam, Irak), steun aan dubieuze regimes tijdens de Koude Oorlog, en een economische wereldorde die niet altijd gunstig was voor ontwikkelingslanden. Met andere woorden, de Amerikaanse supermacht is niet perfect of heilig geweest.

China’s mogelijke leiderschap zou er heel anders uitzien. Welke voordelen zou een Chinese supermacht kunnen hebben? Sommigen wijzen erop dat China minder geneigd lijkt om zich met militair geweld in andere landen te mengen, het voert geen wereldwijde “politieagent”-rol uit zoals de VS vaak deden. China benadrukt in toespraken vaak soevereiniteit en “niet-inmenging” in binnenlandse aangelegenheden. Een voorbeeld: terwijl de VS regelmatig kritiek levert op andere landen en soms ingrijpt, investeert China liever stilzwijgend in infrastructuur in Afrika of Azië zonder openlijk het bestuur van die landen te bekritiseren. Dit zou kunnen betekenen dat een wereld onder Chinese leiding minder bemoeienis van de supermacht kent in interne zaken van landen. Daarnaast heeft China een langetermijnvisie: projecten zoals de Nieuwe Zijderoute (Belt and Road Initiative) laten zien dat China denkt in termen van decennia vooruit. Die continuïteit en focus op economische ontwikkeling kan voor stabiliteit zorgen in internationale relaties, zo redeneren sommige analisten.

Daar tegenover staan echter duidelijke nadelen en zorgen. China is een autocratisch land dat intern harde repressie toepast en mensenrechten weinig respecteert. Als zo’n land mondiaal de toon zet, is de vrees dat normen op het gebied van democratie, persvrijheid en mensenrechten overal onder druk komen te staan. Rob de Wijk (hoogleraar internationale betrekkingen) verwoordde het treffend: “China is een autocratie. Je wilt niet dat zo’n land, dat niets op heeft met democratie en mensenrechten, het voor het zeggen krijgt”. Met andere woorden, voor liberale democratieën zou een door China gedomineerde wereldorde mogelijk onvrijer en onveiliger voelen. Chinese leiders zouden in internationale fora waarschijnlijk minder aandacht besteden aan zaken als mensenrechten, privacy of arbeidsomstandigheden, simpelweg omdat ze er zelf binnen eigen land ook geen prioriteit aan geven.

Bovendien probeert China zijn macht vooral economisch en technologisch uit te breiden, en daarbij worden landen soms in een afhankelijkheidspositie gebracht. Zo investeert China via Belt and Road gigantische bedragen in havens, wegen en spoorlijnen in allerlei landen. Dat lijkt positief (nieuwe infrastructuur!), maar er zit een geopolitieke strategie achter. Een voorbeeld is Montenegro, waar Chinezen een snelweg aanlegden die economisch weinig oplevert. Het kleine Montenegro kon de Chinese lening niet terugbetalen, en in het contract stond een clausule dat China bij wanbetaling een stuk grond of een haven mocht opeisen. Dit soort constructies wekken de indruk dat China landen in een “schuldenval” lokt om later politieke invloed of eigendom te verkrijgen. In Afrika en Azië zijn al vergelijkbare situaties ontstaan. Als China supermacht is, zou dit model van investeringen en invloed waarschijnlijk op nog grotere schaal plaatsvinden, met als risico dat zwakkere landen hun soevereiniteit deels kwijt raken aan Beijing.

Een ander punt is dat China zichzelf en gelijkgezinde landen (autocratieën zoals Rusland) mogelijk zal beschermen tegen druk van democratieën. We zien nu al binnen de Verenigde Naties dat China en Rusland elkaar steunen om kritiek op mensenrechtenschendingen te blokkeren. Onder Amerikaanse leiding was er tenminste retorisch vaak steun voor democratische bewegingen (al handelde de VS daar niet altijd consistent naar). Onder Chinese leiding is het goed denkbaar dat internationale standaarden verschuiven, bijvoorbeeld dat censuur of surveillance genormaliseerd worden als “interne aangelegenheden” waar anderen zich niet mee mogen bemoeien.

Kortom, de vraag “Is China een betere supermacht dan Amerika?” kunnen we beantwoorden met nee, vanuit democratisch oogpunt zeker niet. Hoewel de VS hun fouten hebben, delen ze met Europa fundamentele waarden als vrijheid van meningsuiting, verkiezingen, en rechtsstatelijkheid. China deelt die waarden niet en zou een wereldorde eerder in autoritaire richting sturen. Zelfs op economisch gebied is het maar de vraag of China eerlijker of stabieler zou leiden: de Chinese handelspraktijken zijn nu al fel bekritiseerd (bijv. het kunstmatig laag houden van de munt, of het dumpen van goedkope producten om markten te veroveren). Dat zou als supermacht waarschijnlijk doorgaan of verergeren, ten koste van landen die niet kunnen concurreren.

Geen van beide supermachten is volmaakt en veel mensen in Europa zien liever een multinationale wereldorde met duidelijke regels dan de dominantie van één land, of dat nu de VS of China is. Maar als we moeten kiezen, ligt voor Nederland en gelijkgezinde democratieën de VS toch dichterbij qua waarden. Bovendien hebben we lange tijd kunnen profiteren van de Amerikaanse veiligheidsparaplu (denk aan de NAVO) en technologische samenwerking. Met China zijn we economisch verknoopt (China is een grote handelspartner), maar politiek en cultureel blijven er grote verschillen die niet zomaar te overbruggen zijn.

Wat als China de VS voorbijstreeft?

Stel dat China de Verenigde Staten in de nabije toekomst inhaalt als grootste economische macht, of in militair opzicht minstens net zo sterk wordt. Wat voor wereld krijgen we dan? Hoewel dit deels speculatie is, zien we nu al trends die een voorproefje geven.

Ten eerste zou zo’n machtsverschuiving betekenen dat Azië centraal komt te staan op het wereldtoneel. Veel internationale instellingen en allianties zouden mogelijk meer op China moeten leunen. We zien bijvoorbeeld dat China al een grote rol opeist in organisaties als de Wereldhandelsorganisatie, en zelfs eigen instituten opzet (de Aziatische Infrastructuur Investeringsbank als alternatief voor Wereldbank/IMF, zij het nog kleinschaliger). Ook op het gebied van mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering of pandemieën zou China een leidende rol moeten nemen als het de grootste economie is. Dat kan positieve kanten hebben, bijvoorbeeld als China serieus klimaatverandering aanpakt, heeft dat enorme impact. China heeft al beloofd om voor 2060 klimaatneutraal te worden, en als supermacht zou het zich mogelijk nog sterker profileren als klimaatleider (zeker als de VS daarin achterblijft).

Militair zou een Chinese inhaalrace waarschijnlijk voor spanningen zorgen. De Verenigde Staten zullen hun positie niet zonder meer opgeven en hebben bondgenoten in de regio (Japan, Zuid-Korea, Australië) die zich mogelijk bedreigd voelen door een heel sterk China. Een groot risico is de kwestie Taiwan: China beschouwt dit democratische eiland als afvallige provincie en heeft nooit uitgesloten het met geweld in te lijven. Als China militair even sterk of sterker wordt dan de VS in de Aziatische regio, zou het kunnen proberen die dreiging waar te maken. Dat scenario baart veel strategen zorgen, omdat het tot een gewapend conflict tussen grootmachten zou kunnen leiden. Hopelijk wordt zoiets voorkomen door afschrikking en diplomatie, maar de kans op regionale dominantie van China neemt toe naarmate hun macht groeit.

Voor Europa en Nederland betekent een door China ingehaalde VS dat we zorgvuldig moeten laveren. We kunnen historisch altijd op Amerika terugvallen, maar als Amerika relatief zwakker wordt, moeten we wellicht zelfstandiger opereren. Tegelijk willen we niet in de invloedsfeer van China belanden, zoals Rob de Wijk ook waarschuwt dat Europa niet “in de armen van China” moet vluchten. We zien nu al dat China probeert invloed in Europa te krijgen via investeringen in strategische infrastructuur: havens in Griekenland, 5G-netwerken, samenwerkingsovereenkomsten met Oost-Europese landen, etc. Als China mondiaal nummer één is, zal die invloedsonderneming ongetwijfeld intensiveren. Europese eenheid en duidelijke spelregels voor omgang met China worden dan essentieel.

Een positief mogelijk effect van China’s opkomst is dat het een multipolaire wereld creëert, waarin geen enkele supermacht alles voor het zeggen heeft. In zo’n wereld kunnen Europa, India, of andere machten een grotere stem hebben omdat er meer evenwicht is. Echter, dat vergt wel dat Europa sterk en verenigd blijft. Mocht Europa verdeeld zijn, dan kan China dat uitbuiten door landen tegen elkaar uit te spelen, iets wat nu soms al gebeurt (bijvoorbeeld Hongarije dat binnen de EU Chinese standpunten steunt in ruil voor investeringen).

Samenvattend: als China de VS zou overvleugelen, staan we voor een nieuwe wereldorde waarin China waarschijnlijk assertiever optreedt en zijn eigen autoritaire visie breder probeert te verspreiden, bewust of onbewust. Dat hoeft niet te betekenen dat we in een dystopie belanden, maar het vraagt wel oplettendheid. Nederland zou zich in zo’n scenario moeten scharen bij landen die onze kernwaarden hooghouden, samen met EU-partners en traditionele bondgenoten, om te voorkomen dat we langzaam de kant van een Chinees model op schuiven.

Zou communistische invloed beter zijn voor Nederland?

Gezien het bovenstaande is het antwoord in feite al duidelijk: nee, een grotere communistische (Chinese) invloed zou niet per se beter zijn voor Nederland. Nederland is een open democratie, handelsland en hecht aan mensenrechten. De invloed van de Chinese communistische partij op ons land is tot nu toe vooral economisch (handel, investeringen) en cultureel (denk aan Confucius-instituten voor taal en cultuur). Die uitwisseling is op zich niet verkeerd, China is een grote markt voor Nederlandse bedrijven en culturele dialogen zijn waardevol. Echter, het wordt problematisch als die invloed zich vertaalt in politieke druk of ondermijning van onze waarden.

We moeten ons realiseren dat de Chinese regering actief werkt aan het uitbreiden van haar soft power. Chinese techbedrijven zitten ook hier (TikTok is een bekend voorbeeld van een Chinees platform dat wereldwijd populair is). Er zijn berichten dat de Communistische Partij zelfs invloed probeert te krijgen op Chinese gemeenschappen in het buitenland en op academische instellingen. In Nederland zijn er zorgen geuit over bijvoorbeeld Chinese “weekendscholen” en culturele verenigingen die Beijing-lijn zouden uitdragen. Ook wordt de aanwezigheid van Huawei-apparatuur in telecomnetwerken of Chinese cameratoezichtsystemen kritisch bekeken door inlichtingendiensten.

Het grootste bezwaar is dat communistische invloed kan botsen met de liberale democratische principes. Een concreet voorbeeld: Chinese autoriteiten tolereren geen kritiek op hun beleid. We zagen dat er diplomatieke druk was toen Nederlandse parlementsleden kritisch waren over mensenrechten in China. Als zo’n invloed groter wordt, zouden we ons zelfcensuur kunnen opleggen om China niet boos te maken, dat is uiteraard onwenselijk. Verder is er het gevaar van spionage en technologie-afhankelijkheid: als Nederland voor cruciale zaken afhankelijk wordt van Chinese technologie (bijv. chips, 5G, zeldzame metalen), dan kan China dat als drukkmiddel gebruiken.

Natuurlijk zijn er ook mensen die zeggen: China laat zien dat je met een sterke overheid snel besluiten kunt nemen en doorpakken (bijvoorbeeld in infrastructuur of klimaatbeleid). Zou het niet fijn zijn als wij ook wat “Chinese doortastendheid” hadden in plaats van oeverloos polderen? Het klopt dat de Chinese staat bijvoorbeeld een stad kan neerzetten in een paar jaar, of een heel nieuwe metrolijn kan aanleggen zonder jarenlange inspraakprocedures. Dat autoritaire efficiency-argument is verleidelijk: dingen gebeuren sneller als er geen tegenspraak is. Maar de keerzijde is dat burgers niet mee kunnen praten en fouten of misbruik van macht moeilijk te corrigeren zijn. In Nederland klagen we weleens over trage besluitvorming, maar die traagheid komt voort uit onze democratische processen en rechtsbescherming, en die koesteren we juist om ieders belang te dienen, niet alleen het belang van de machthebbers.

Kort gezegd zouden we onder grotere communistische invloed veel verliezen van wat Nederland Nederland maakt: vrijheid, inspraak, en individuele rechten. De Chinese Communistische Partij heeft immers “niets op met democratie en mensenrechten”. Het is daarom beter voor Nederland om weliswaar vriendschappelijk zaken te blijven doen met China, maar onze politieke kernwaarden nooit ter discussie te stellen. Een communistisch systeem of iets wat daarop lijkt, zou geen verbetering zijn voor onze maatschappij, hoe efficiënt het op korte termijn ook mag lijken in bepaalde opzichten.

Xi Jinping versus Donald Trump: twee sterke leiders, twee werelden

Tot slot een beknopte vergelijking tussen de Chinese president Xi Jinping en de voormalige Amerikaanse president Donald Trump. Deze twee leiders stonden de afgelopen jaren symbool voor hun landen en hun botsende visies. Het is interessant hoe zowel verschillen als overeenkomsten zichtbaar zijn:

Verschillen in politiek systeem: Xi Jinping is geen gekozen leider in westerse zin. Hij is naar de top geklommen binnen de Communistische Partij en regeert feitelijk zonder oppositie, met een potentieel levenslange termijn. Trump daarentegen werd via democratische verkiezingen president in 2016 (en diende één termijn tot januari 2021). Trump moest rekening houden met andere instituties (Congres, rechters, media) en kon in 2020 door de kiezer worden weggestemd, wat ook is gebeurd. Xi hoeft met dergelijke tegenkrachten in eigen land geen rekening te houden. Dit fundamentele verschil bepaalde in hoge mate hun stijl: Xi handelt strategisch, berekenend en langdurig, terwijl Trump’s beleid grilliger was, mede beïnvloed door de korte verkiezingscyclus en zijn persoonlijke bravoure.

Overeenkomsten in persoonlijk leiderschap: Beide heren profileren zich als nationalistische sterke leiders. Xi spreekt over de “Chinese Droom” van nationale wederopstanding en ziet zichzelf als de man die China weer groot maakt. Trump predikte “Make America Great Again” en stelde Amerika’s belang boven alles. Ze delen een neiging tot autoritaire trekjes: Xi natuurlijk vanuit zijn positie als autocratisch leider, maar Trump liet ook geregeld blijken sympathie te hebben voor sterkeman-tactieken. Zo omringde Trump zich met loyalisten, voerde een persoonlijke stijl van beleid (via Twitter bijvoorbeeld) en had bewondering voor leiders als Poetin en, jawel, soms Xi Jinping. Hij noemde Xi eens “een geweldig president” en prees diens onbeperkte macht toen Xi de termlimiet afschafte (al was niet altijd duidelijk of dat serieus of cynisch bedoeld was). Trump had weinig moeite met autoritaire leiders als samenwerking in zijn eigen voordeel was; zijn benadering van buitenlandse politiek was sterk transactioneel en gericht op deal-making. Waarden als democratie kwamen op de tweede plaats als Trump met China te maken had: tijdens de hongkongse prodemocratie-protesten bleef Trump opvallend stil en gaf zelfs aan dat wat Xi in Hongkong deed “verantwoordelijk” was, dit alles om zijn handelsgesprekken met China niet te verstoren. Deze realpolitik insteek verschilt overigens van de traditionele Amerikaanse houding, die toch vaak retorisch de democratie steunde.

Conflict en beleid: Onder Trump escaleerde de handelsoorlog met China. Beide landen verhieven invoertarieven, wat de economieën schade toebracht. Trump wilde het Amerikaanse handelsgebrek en oneerlijke Chinese praktijken aanpakken, maar zijn harde lijn had wisselend resultaat. Xi hield het been stijf, en de twee landen raakten verwikkeld in een tit-for-tat conflict. Tegelijk zagen we dat Xi en Trump persoonlijk soms vrij goed met elkaar leken om te gaan in het begin, Trump ontving Xi in Mar-a-Lago (Florida) in 2017 en noemde hem “een vriend”. Dat belette niet dat de relatie verslechterde, zeker na uitbraak van COVID-19 (Trump sprak van het “China-virus” en beschuldigde Beijing van van alles). Xi daarentegen mobiliseerde de Chinese propaganda om Trump neer te zetten als chaotisch en onbetrouwbaar, wat de gedachte versterkte dat het Chinese systeem superieur is in stabiliteit.

Invloed op wereldbeeld: Trump’s presidentschap deed veel bondgenoten twijfelen aan de betrouwbaarheid van de VS. Zijn vaak isolationistische (“America First”) beleid en kritiek op NAVO, EU, etc. zorgden ervoor dat Europa bijvoorbeeld meer eigen koers moest uitzetten. Xi heeft dat vacuum deels proberen te vullen door zich juist te presenteren als verdediger van globalisering en klimaatakkoorden (ironisch genoeg positioneerde Xi zich na Trump’s terugtrekking uit het Klimaatakkoord van Parijs in 2017 als een kampioen van klimaatactie). Maar men moet dat met een korreltje zout nemen: China deed dit vooral uit eigenbelang om internationaal aanzien te winnen. Duidelijk is wel dat de wisselvalligheid van Trump in contrast staat met de berekenbaarheid van Xi, niet per se in beleid (China kan ook hard en onverwacht optreden), maar in het feit dat Xi’s termijn niet afloopt door verkiezingen. Hij kan plannen maken op 10-20 jaar, terwijl Trump elke 4 jaar herkiesbaar moest zijn.

Al met al waren Xi Jinping en Donald Trump allebei figuren die hun land een meer confronterende houding lieten aannemen. De één (Trump) brak met de traditionele diplomatieke stijl van de VS en schuwde confrontatie met China en zelfs bondgenoten; de ander (Xi) brak met de voorzichtige collega-leiders uit China’s recente verleden en voerde een assertieve, persoonlijke heerschappij in. Voor Europa en Nederland waren beide ontwikkelingen uitdagend: een assertief China en een onvoorspelbare VS. In 2021 kwam er in Amerika met president Biden weer een meer voorspelbare en pro-alliantie leider, maar China onder Xi blijft de koers voortzetten. Het is te verwachten dat Xi nog jarenlang op het wereldtoneel aanwezig zal zijn, terwijl Trump’s toekomst in de politiek onzeker is (hoewel hij nog steeds invloedrijk is binnen de VS).

Conclusie

China’s politieke systeem en economische opkomst hebben de wereld ontegenzeggelijk veranderd. De Chinese politiek werkt totaal anders dan de onze: één partij regeert met ijzeren grip en individuele vrijheden zijn ondergeschikt aan de partijagenda. Economisch heeft dat systeem welvaart gebracht voor China en de wereld voorzien van goedkope producten en nieuwe technologieën. China loopt op sommige gebieden zelfs voorop, van elektrische auto’s tot AI en infrastructuur. Tegelijk werpt de groeiende macht van China scherpe vragen op over de toekomst.

Wordt China de nieuwe supermacht, dan zullen we wereldwijd moeten dealen met een invloed die niet altijd strookt met Westerse kernwaarden. Voor Nederland betekent dit dat we alert moeten blijven. Onze welvaart is gebaat bij handel met China, maar onze vrijheid en onafhankelijkheid zijn gebaat bij het bewaken van onze democratische principes. Een te grote communistische invloed is niet wenselijk, we willen geen Chinese censuur of politiek systeem in ons land, hoe succesvol China op bepaalde terreinen ook is.

Idealiter zoekt Nederland samen met Europa een middenweg: samenwerken met China waar het kan (bijvoorbeeld op klimaatgebied, waar China zowel probleem als sleutel tot de oplossing is), maar grenzen stellen waar het moet (bijvoorbeeld op het gebied van nationale veiligheid, strategische bedrijven en mensenrechten). Ook moeten we blijven investeren in eigen kunnen: innovatie, defensie, diplomatie, zodat we niet geheel afhankelijk zijn van welke supermacht dan ook.

In het krachtenspel van Xi’s China en (mogelijk weer) Trumpiaans Amerika heeft Europa geleerd dat het op eigen benen moet kunnen staan. Uiteindelijk is het voor ons belangrijk dat we trouw blijven aan wie we zijn. China mogen we best bewonderen om zijn economische prestaties en technologische hoogstandjes, maar we moeten net zo goed durven wijzen op de waarden die voor ons niet onderhandelbaar zijn. Alleen zo kunnen we in een veranderende wereld onze vrijheid en welvaart behouden.

Interacteer met dit artikel

Laat je stem horen en ontdek verschillende perspectieven op dit onderwerp

1732 likes

Vind je dit interessant?

Laat anderen weten dat je dit artikel waardevol vindt door een like te geven

AI-Powered

Politieke Bias Analyse

Laat AI de politieke oriëntatie en mogelijke bias in dit artikel analyseren

15 Partijen

Partijleider Reacties

Ontdek hoe verschillende partijleiders op dit onderwerp zouden reageren

Deel dit artikel

Verspreidt waardevolle politieke inzichten

Gerelateerde Artikelen

Meer politieke inzichten

Verdiep je kennis met deze geselecteerde artikelen over actuele politieke ontwikkelingen

N
Naoufal
4 jul 2025

Asielwetten toch door de Tweede Kamer

De Tweede Kamer heeft na een lang en turbulent debat ingestemd met twee omstreden asielwetten. Deze wetten – de Asielnoodmaatregelenwet en de Wet invoering tweestatusstelsel – vormen samen een pak...