Stikstof in 2035 Halveren: Te Laat voor de Natuur?

Stikstof in 2035 Halveren: Te Laat voor de Natuur?

Naoufal
Naoufal
23 Apr 2025 59 likes

De stikstofcrisis houdt Nederland al jaren in zijn greep. Het kabinet heeft onlangs aangekondigd dat het de stikstofuitstoot in 2035 wil halveren, een verschuiving van het eerdere doel voor 2030. Dit plan, dat voortkomt uit een ministeriële commissie onder leiding van premier Schoof, richt zich op het aanpakken van uitstoot bij de bron – zoals boeren, bedrijven en verkeer – in plaats van alleen te kijken naar de neerslag van stikstof in natuurgebieden. Maar is dit plan ambitieus genoeg? En hoe gaan we om met de grote rol van boeren in deze crisis? In deze blog duiken we diep in het stikstofprobleem, de rol van boeren, de keuzes van het kabinet en waarom deze kwestie zo belangrijk is voor Nederland.

Waarom stikstof een probleem is

Stikstof is overal om ons heen. Het zit in de lucht, in de bodem en in het water. In kleine hoeveelheden is het onschadelijk en zelfs nodig voor planten om te groeien. Maar in Nederland hebben we te maken met een overschot aan stikstof, vooral in de vorm van ammoniak (uit de landbouw) en stikstofoxiden (uit verkeer en industrie). Dit overschot heeft grote gevolgen voor onze natuur, gezondheid en economie.

Schade aan de natuur

Te veel stikstof in de bodem en het water zorgt ervoor dat sommige planten, zoals brandnetels, heel hard groeien en andere planten verdringen. Dit heet verzuring en verarming van de bodem. Hierdoor verdwijnen kwetsbare planten en dieren, zoals vlinders, bijen en zeldzame vogels. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is sinds 1990 het aantal dieren in de Nederlandse natuur gehalveerd, mede door stikstof. Slechts 15% van onze soortenrijkdom is nog over. Natura 2000-gebieden, die bedoeld zijn om kwetsbare natuur te beschermen, lijden zwaar onder deze stikstofdruk. In 2024 bleek uit onderzoek dat de natuur nog gevoeliger is voor stikstof dan eerder gedacht, waardoor de opgave nog groter is geworden.

Gevolgen voor gezondheid

Stikstofverbindingen, zoals fijnstof en stikstofdioxide, zijn ook slecht voor onze gezondheid. Ze kunnen leiden tot luchtwegproblemen, zoals astma, en verhogen het risico op hart- en vaatziekten. Vooral in dichtbevolkte gebieden, waar verkeer en industrie veel stikstof uitstoten, is dit een probleem. Het RIVM schat dat luchtvervuiling door stikstof jaarlijks tienduizenden vroegtijdige sterfgevallen veroorzaakt in Europa.

Economische impact

De stikstofcrisis raakt ook de economie. In 2019 oordeelde de Raad van State dat het Nederlandse stikstofbeleid niet goed genoeg was om de natuur te beschermen. Hierdoor werden veel bouwprojecten stilgelegd, omdat er geen nieuwe vergunningen konden worden afgegeven. Dit leidde tot een tekort aan woningen en vertragingen bij infrastructuurprojecten. Boeren die wilden uitbreiden, liepen ook tegen problemen aan, omdat ze geen natuurvergunning kregen. De crisis zorgt dus voor onzekerheid in meerdere sectoren.

De rol van boeren in de stikstofcrisis

De landbouw is verantwoordelijk voor ongeveer 70% van de stikstofuitstoot in Nederland, vooral door de uitstoot van ammoniak uit mest. Dit komt voornamelijk door de intensieve veehouderij, waar grote aantallen koeien, varkens en kippen worden gehouden. Nederland heeft een veestapel van zo’n 114 miljoen dieren, en een groot deel van de vlees- en zuivelproductie gaat naar het buitenland. Dit maakt Nederland een van de grootste exporteurs van agrarische producten, maar het legt ook een enorme druk op onze natuur.

Intensieve veehouderij onder vuur

De intensieve veehouderij is al jaren een heet hangijzer. Boeren werken hard en produceren voedsel van hoge kwaliteit, maar het systeem waarin ze werken is niet houdbaar. Grote veebedrijven zorgen niet alleen voor stikstofuitstoot, maar ook voor mestoverschotten, die vaak illegaal worden gedumpt omdat verwerking te duur is. Dit probleem wordt al sinds de jaren ‘60 gesignaleerd, maar maatregelen zijn steeds afgezwakt onder druk van de landbouwlobby, zoals LTO en Rabobank.

Boeren voelen zich vaak ten onrechte als zondebok aangewezen. Ze wijzen erop dat industrie en verkeer ook bijdragen aan de stikstofuitstoot. En dat klopt: bedrijven zoals Rockwool en Yara stoten veel stikstofoxiden uit, en verkeer draagt bij met 25% van de uitstoot. Toch is de bijdrage van de landbouw zo groot dat die niet genegeerd kan worden.

Afkoopregelingen: een oplossing?

Het kabinet heeft miljarden euro’s uitgetrokken voor vrijwillige afkoopregelingen, zoals de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijen (LBV). Hiermee kunnen boeren die willen stoppen een vergoeding krijgen om hun bedrijf te sluiten. Dit moet de veestapel verkleinen en de stikstofuitstoot verminderen. In 2023 en 2024 hebben deze regelingen al geleid tot een krimp van de veehouderij met 7 tot 8%, vooral in Gelderland, Overijssel en Zuidoost-Nederland.

Maar deze aanpak heeft ook nadelen. Ten eerste is het duur: er is al meer dan €5,5 miljard uitgegeven aan stikstofmaatregelen, en het kabinet wil nog €5 miljard reserveren voor 2026-2030. Ten tweede is het niet altijd effectief. Veel boeren die stoppen, zijn kleine bedrijven met relatief weinig uitstoot. Grote piekbelasters, die dicht bij Natura 2000-gebieden liggen, blijven vaak doorgaan. Bovendien leidt afkoop niet automatisch tot natuurherstel als de vrijgekomen grond wordt gebruikt voor andere doeleinden, zoals woningbouw.

Het kabinetsplan: te weinig en te laat?

Het nieuwe stikstofbeleid van het kabinet-Schoof, dat inzet op een halvering van de uitstoot in 2035, klinkt ambitieus, maar roept veel vragen op. Laten we het plan stap voor stap bekijken.

Verschuiving naar 2035

Het vorige kabinet wilde de stikstofuitstoot al in 2030 halveren, een doel dat gebaseerd was op de Wet stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn). Dit was nodig om in 2030 50% van de stikstofgevoelige natuur onder de Kritische Depositiewaarde (KDW) te krijgen – de grens waaronder de natuur geen schade ondervindt. Nu schuift het kabinet dit doel vijf jaar op, naar 2035. Dit is een flinke stap terug, vooral omdat recente metingen laten zien dat de natuur nog gevoeliger is voor stikstof dan gedacht. Het PBL waarschuwt dat de huidige maatregelen niet genoeg zijn om zelfs de oude doelen te halen.

Critici, zoals milieuorganisaties, noemen deze vertraging “uitstel van het probleem”. Greenpeace waarschuwt dat uitstel de natuur verder in gevaar brengt, en Johan Vollenbroek van MOB spreekt van “amateurisme” in het kabinetsbeleid. Zelfs binnen de coalitie is er onenigheid: partijen zoals BBB en PVV wilden de stikstofregels versoepelen, terwijl de VVD juist vasthield aan een strenger beleid. Het compromis – uitstel naar 2035 – lijkt vooral een politieke oplossing, geen wetenschappelijke.

Focus op uitstoot bij de bron

Een opvallende verandering is dat het kabinet niet langer kijkt naar de neerslag van stikstof in natuurgebieden, maar naar de uitstoot bij de bron (boeren, bedrijven, verkeer). Dit klinkt logisch: als je de uitstoot vermindert, komt er minder stikstof in de natuur. Maar hoe dit precies gemeten en gehandhaafd gaat worden, is nog onduidelijk. Het huidige systeem, gebaseerd op de KDW, is juridisch stevig onderbouwd. Een nieuw systeem moet net zo robuust zijn om stand te houden bij de rechter. Drie hoogleraren concludeerden in 2023 al dat er geen beter alternatief is voor de KDW.

Bovendien dreigt deze aanpak de urgentie te verlagen. Een recente rechterlijke uitspraak verplicht het kabinet om de stikstofneerslag in kwetsbare natuurgebieden voor 2030 fors te verlagen, op straffe van een dwangsom van €10 miljoen. Het is niet duidelijk of de nieuwe focus op uitstoot deze uitspraak omzeilt. Dit creëert onzekerheid voor boeren en bouwers, die nog steeds wachten op vergunningen.

Meer ruimte voor boeren?

Het kabinet-Schoof belooft boeren meer “perspectief” door in te zetten op innovatie en agrarisch natuurbeheer. Er komt €500 miljoen per jaar beschikbaar voor boeren die natuurvriendelijk werken, en het aantal hectares voor agrarisch natuurbeheer wordt uitgebreid naar 280.000. Dit klinkt goed, maar critici vragen zich af of het genoeg is. Innovaties, zoals emissiearme stallen, kosten veel geld en hebben vaak beperkt effect. Boeren hebben al €2,4 miljard geïnvesteerd in zulke stallen, maar de stikstofuitstoot blijft hoog.

Bovendien lijkt het kabinet boeren meer vrijheid te geven door minder strenge regels op te leggen. Dit past bij de wensen van partijen zoals BBB, die vinden dat boeren te veel worden beperkt. Maar minder regels kunnen leiden tot minder stikstofreductie, wat de natuur verder in gevaar brengt. Het PBL waarschuwt dat de natuurdoelen voor 2030 al buiten bereik liggen. Meer vrijheid voor boeren zonder harde maatregelen elders (zoals in de industrie) is een risico.

Wat moet er anders?

De stikstofcrisis vraagt om een duidelijke, eerlijke en snelle aanpak. Hier zijn een paar punten die beter moeten:

  • Snellere actie
    Het uitstellen van de doelen naar 2035 is onverantwoord. De natuur kan niet langer wachten. Het kabinet moet de oude doelen voor 2030 herstellen en extra maatregelen nemen, zoals het verplicht uitkopen van piekbelasters in plaats van alleen vrijwillige regelingen.

  • Eerlijke verdeling van de lasten
    Boeren dragen nu veel van de verantwoordelijkheid, terwijl industrie en verkeer minder harde doelen hebben. Het kabinet moet duidelijke besparingsdoelen stellen voor alle sectoren. Grote uitstoters zoals Rockwool en Yara moeten ook worden aangepakt.

  • Inzet op duurzame landbouw
    De omslag naar kringlooplandbouw moet sneller. Boeren moeten gratis toegang krijgen tot kennis en financiële steun om over te schakelen naar duurzame methoden, zoals minder vee en meer plantaardige productie. Supermarkten en de voedselindustrie moeten meebetalen door boeren een eerlijke prijs te geven voor duurzame producten.

  • Beter natuurherstel
    Geld voor afkoopregelingen moet gekoppeld worden aan natuurherstel. Vrijgekomen grond moet worden gebruikt voor nieuwe natuur, niet voor woningbouw of wegen. Provincies moeten hier strenger op toezien.

  • Transparantie en metingen
    Het nieuwe systeem van uitstootmetingen moet helder en juridisch houdbaar zijn. Het kabinet moet investeren in betere meetmethoden, zoals de Afrekenbare Stoffenbalans, maar zonder de KDW helemaal los te laten.

Conclusie

De stikstofcrisis is een van de grootste uitdagingen waar Nederland voor staat. Het overschot aan stikstof bedreigt onze natuur, gezondheid en economie. Boeren spelen een grote rol in deze crisis, maar het is niet eerlijk om hen als enige verantwoordelijk te houden. Het kabinetsplan om de stikstofuitstoot in 2035 te halveren is een stap, maar het is te traag en te vaag. De natuur heeft nú actie nodig, en dat vraagt om moedige keuzes: snellere reductie, een eerlijke verdeling van de lasten en een echte omslag naar duurzame landbouw. Alleen zo kunnen we de natuur herstellen, boeren een toekomst geven en Nederland weer van het slot halen.

Naoufal

Naoufal

Politiek Analist

Deelt inzichten over politieke ontwikkelingen in Nederland en Europa. Volg voor meer analyses en updates over actuele politieke thema's.

Blijf op de hoogte

Ontdek meer interessante blogs