Opinies & Columns
5 min lezen

Stabiliteit of Scherpe Randjes? De Keuze voor een Nieuw Kabinet

Naoufal

Naoufal

26 oktober 2025

Artikel
5 min lezen

Nederland staat voor een belangrijke keuze. Nu de verkiezingen van 29 oktober eraan komen, vragen veel mensen zich af: welke coalitie zou Nederland het meest vooruit helpen? De politieke fragmentatie is groot en geen enkele partij haalt een meerderheid, dus samenwerking is onvermijdelijk. In de media duiken vooral twee coalitiemogelijkheden op als waarschijnlijk scenario. In dit blog onderzoeken we twee mogelijke kabinetten: hun haalbaarheid, stabiliteit en wat ze voor Nederland betekenen, zonder te vervallen in politieke stokpaardjes. Het is een wat langere analyse geworden, simpelweg omdat de politieke puzzel nu eenmaal complex is.

Na grondig onderzoek naar peilingen en partijstandpunten vergelijken we deze twee opties:

  • Een breed middenkabinet van GroenLinks-PvdA, D66, VVD en CDA.

  • Een centrumrechts kabinet van CDA, VVD, JA21 en D66.

We gaan in op de realiteitszin van beide coalities, de obstakels die partijen zelf opwerpen, en welke koers voor Nederland het meest gunstig lijkt. Want uiteindelijk gaat het erom welke regering de komende jaren stabiel kan besturen én de belangrijkste problemen aanpakt.

Optie 1: Brug tussen links en rechts – GL/PvdA, D66, VVD en CDA

Een coalitie met GroenLinks-PvdA, D66, VVD en CDA zou links en rechts aan één tafel brengen. Deze vier partijen samen zouden volgens de laatste peilingen een comfortabele meerderheid kunnen halen. In de Ipsos-peiling van 24 oktober staan GroenLinks-PvdA op ~23 zetels, D66 op ~22, CDA ~20 en VVD ~16. Bij elkaar goed voor circa 81 zetels, ruim boven de benodigde 76. Dit zogeheten “middenkabinet over links én rechts” wordt door analisten genoemd als een realistische optie, zeker omdat andere combinaties zonder uitersten anders vijf of meer partijen nodig hebben. Het idee is duidelijk: met zo’n brede coalitie sluit je de flanken (zoals PVV) uit en krijg je een regering die een breed mandaat heeft van zowel progressieve als conservatieve kiezers.

Toch kleven er grote uitdagingen aan optie 1. De verschillen tussen met name VVD en GroenLinks-PvdA zijn fors. VVD-leider Dilan Yeşilgöz heeft herhaaldelijk benadrukt “echt niet” met GroenLinks-PvdA te willen samenwerken. Ze ziet een kabinet waarin zowel VVD als het linkse blok zitten niet als stabiel of effectief: “Inhoudelijk zijn er zulke grote verschillen”, aldus Yeşilgöz. Ze framede de keuze zelfs expliciet als óf wij in het kabinet en Timmermans (lijsttrekker GL/PvdA) in de oppositie, óf andersom. Deze harde opstelling betekent dat de VVD op voorhand dit brede kabinet afzweert als “links kabinet” dat niet bij hen past. De weerstand komt niet alleen van de partijtop: uit een peiling van EenVandaag blijkt dat 58% van de VVD-stemmers liever in de oppositie zou gaan dan te regeren met GroenLinks-PvdA. Zij noemen zo’n coalitie een “nachtmerrie” en vrezen dat de VVD teveel zou moeten inleveren op punten als migratie, economisch beleid en de hypotheekrenteaftrek. Een VVD-achterban die morrend toekijkt hoe hun partij met linkse partijen regeert, is inderdaad een recept voor spanningen.

Aan de andere kant wijzen voorstanders erop dat Nederland misschien juist gebaat is bij zo’n brugcoalitie. In 2012 hebben VVD en PvdA ook een onverwacht tweepartijenkabinet gevormd, en dat hield de volle termijn stand. Men vond compromissen over bezuinigingen en hervormingen, al gingen beide partijen bij de volgende verkiezing wel flink achteruit. Een vergelijkbaar evenwicht zou in dit nieuwe kwartet mogelijk kunnen zijn. Een coalitie van GL/PvdA, D66, VVD en CDA dwingt alle betrokkenen tot gematigd beleid: iedereen zal water bij de wijn doen, waardoor extreme plannen van beide kanten worden afgezwakt en er beleid uit de bus komt dat voor een brede groep acceptabel is. Dat kan stabiliteit bevorderen, omdat elke partij weet dat de ander ook concessies heeft gedaan en men elkaar nodig heeft om te regeren. Bovendien heeft zo’n kabinet een ruime meerderheid, wat het risico op constante Kamercrises verkleint.

Laten we de voor- en nadelen van dit scenario op een rijtje zetten:

Pluspunten: Een zeer ruime meerderheid (ca. 80+ zetels) betekent slagkracht in Parlement en Eerste Kamer. Het bundelt linkse én rechtse speerpunten. Denk bijvoorbeeld aan klimaat en onderwijs van GL/PvdA en D66, gecombineerd met economische stabiliteit en veiligheid van VVD en CDA. Nederland zou profiteren van een gebalanceerde koers: zowel vergroening en ongelijkheid aanpakken, áls zorgen voor gezonde overheidsfinanciën. De extremen (zoals PVV aan de rechterkant) blijven buiten boord, wat de internationale positie en het gematigde imago van Nederland ten goede komt. Dit kabinet zou kunnen werken aan breed gedragen oplossingen, zoals klimaatbeleid dat zowel ambitieus als economisch haalbaar is, of migratiebeleid dat humaan is maar niet naïef. In theorie kan dit het land juist verbinden in plaats van verdelen.

Minpunten: De inhoudelijke kloof blijft een feit. Op onderwerpen als klimaat, migratie en belastingen liggen de partijen ver uit elkaar. Zo willen GroenLinks-PvdA hogere lasten voor grote bedrijven en meer investeren in sociale voorzieningen, iets waar de VVD van gruwt. De VVD-basis vreest dat ze teveel linkse beleidswensen moeten slikken (bijv. ruimhartiger asielbeleid, behoud hypotheekrenteaftrek beperken), terwijl linkse kiezers huiverig zijn dat GroenLinks-PvdA hun idealen moet afzwakken tot kleurloze compromissen. Dit kan intern tot voortdurende twist leiden. Stabiliteit is niet gegarandeerd: Ruzies binnen zo’n bont gezelschap liggen op de loer. Kijk bijvoorbeeld naar Rutte IV, dat met VVD, D66, CDA en CU (ook een vierpartijencoalitie) binnen anderhalf jaar klapte op asielbeleid. Yeşilgöz betwijfelt openlijk of een kabinet met GL/PvdA “echte oplossingen” kan bereiken gezien de tegenstellingen. Daarnaast zou de PVV als grootste oppositiepartij vanaf de zijlijn kunnen schreeuwen dat “het kartel” alle macht heeft, wat polarisatie in de samenleving potentieel vergroot. Met zowel een sterke uiterst rechtse oppositie (Wilders) als deze grote linkse regeringspartij loop je het risico dat compromissen niemand volledig tevreden stellen, en extremes aan beide kanten juist stemmen winnen.

Samengevat is deze eerste optie inhoudelijk aantrekkelijk als je gelooft in samenwerken over ideologische grenzen heen. Veel urgente kwesties (de klimaattransitie, woningnood, onderwijsinvesteringen) vragen om continuïteit en brede steun. Een kabinet met GL/PvdA en VVD samen zou kunnen betekenen dat klimaatbeleid niet telkens teruggedraaid wordt bij een wisseling van de wacht, omdat zowel groen als liberaal Nederland meedoet. Nederland heeft baat bij die continuïteit. Maar de grote vraag is of de betrokken partijen het politieke lef hebben om over hun schaduw heen te springen. Vooralsnog houdt de VVD de deur dicht voor deze “coalitie over het midden”. Het zou een forse koerswijziging vergen, en wellicht nieuw leiderschap, om dit toch mogelijk te maken.

Optie 2: Centrumrechts met VVD, CDA, JA21 en D66 – stabiel compromis?

Omdat de eerste optie voorlopig geblokkeerd lijkt, komt optie 2 in beeld: een overwegend centrumrechts kabinet met VVD, CDA, JA21 en D66. Dit is de coalitie waar VVD-leider Yeşilgöz openlijk voor pleit: zij zegt het liefst een “centrumrechtse coalitie” te vormen met deze vier partijen (en eventueel BBB erbij). Hiermee zou de VVD GroenLinks-PvdA buitenspel zetten maar wél D66 binnenboord houden. Waarom D66? Waarschijnlijk omdat D66 in de peilingen weer flink is gegroeid en bijna even groot is als GL/PvdA. D66 wordt simpelweg een onmisbare middenpartij om een meerderheid te halen. Bovendien heeft D66 laten weten beschikbaar te zijn voor coalities die in elk geval woningbouw, onderwijs en klimaat serieus nemen, mits het kabinet stabiel kan regeren. Een centrumrechts blok zou D66 kunnen binnenhalen door bijvoorbeeld afspraken te maken over investeren in die thema’s, terwijl rechts zijn zin krijgt op andere punten.

Toch is de rekensom voor optie 2 lastiger. Kijken we weer naar de Ipsos-peiling van 24 oktober, dan komen CDA (~20 zetels), VVD (~16), D66 (~22) en JA21 (~12) samen uit op zo’n 70 zetels. Dat is geen meerderheid (76 is vereist). Zelfs Yeşilgöz’ gewenste combinatie mét BBB (die rond 4 zetels staat) zou maar op ongeveer 74 uitkomen. Er moet dus eigenlijk nog een vijfde partij bij om tot 76+ zetels te komen. Denk aan een kleine partij als SGP (3 zetels in peiling) of Volt (3 zetels) of ChristenUnie. Maar elke extra partner brengt weer eigen eisen en programmapunten mee, wat de formatie ingewikkelder en het regeerakkoord diffuser maakt. Yeşilgöz noemde BBB als optie, maar D66 en BBB in één kabinet noemt menig commentator onrealistisch vanwege hun tegenovergestelde visies (bijv. stikstofbeleid). D66-leider Rob Jetten heeft zelfs aangegeven dat hij deze coalitie “zelfs zonder BBB” niet ziet zitten. Dat komt voornamelijk door de aanwezigheid van JA21, waarmee D66 inhoudelijk botst.

D66 en JA21 samen in een regering roept net zulke grote vraagtekens op als VVD en GroenLinks samen. JA21 is een conservatieve partij die is afgesplitst van Forum voor Democratie, met harde standpunten op migratie en sceptisch over (Europese) klimaatmaatregelen. D66 daarentegen is uitgesproken pro-EU, progressief op sociaal-culturele issues en pleit voor ambitieuze klimaatdoelen. Jetten heeft weliswaar strategisch niet uitgesloten dat D66 eventueel met JA21 zou praten. Hij zei dat na 29 oktober alle partijen behalve PVV en FvD een kans verdienen om “een normale dynamiek” te herstellen. Maar hij voegde er direct aan toe dat JA21 “erg ver van ons af staat”, net als BBB en SGP. Officieel houdt D66 dus de deur op een kier, maar de drempel is heel hoog. Jetten liet zich zelfs ontvallen: “Ik zie eerder VVD en GL-PvdA samen in een kabinet zitten dan JA21 en D66.” Met andere woorden, de nummer 1 van D66 acht een combinatie met JA21 uiterst onwaarschijnlijk.

Ook JA21 zelf heeft bedenkingen. Leider Joost Eerdmans wil alleen meedoen aan een “centrumrechts of niets”-coalitie. Hij sloot expliciet uit in een kabinet te stappen waar zowel D66 als GroenLinks-PvdA in zitten, want dat vindt hij “te midden-links”. In optie 2 zou GroenLinks-PvdA er niet bij zijn, dus in theorie zou JA21 het wel overwegen. Maar hun inzet is dat het beleid dan ook duidelijk rechtser moet zijn. Eerdmans vindt dat de PVV eigenlijk óók aan tafel hoort en noemde BBB en SGP als gewenste extra partners. Dat geeft aan waar JA21 heen wil: hoe meer rechts geluid, hoe beter. Concessies naar links liggen moeilijk bij JA21. Het liefst ziet Eerdmans een harde aanpak van immigratie (hij ambieert de post Asiel & Migratie zelf maar al te graag) en strengere recht-en-orde politiek. D66 zou in zo’n kabinet dus flink op de rem moeten trappen om bijvoorbeeld humane asielopvang en klimaatambities veilig te stellen. De vraag is of JA21 en VVD daarvoor genoeg begrip kunnen opbrengen. Bij het vorige kabinet zagen we al dat asielbeleid een breekpunt werd tussen VVD en D66; met JA21 erbij zou die spanning alleen maar groter worden.

Wat zijn de mogelijke voor- en nadelen van deze centrumrechtse optie voor Nederland?

Pluspunten: Ten eerste wordt met deze coalitie het politieke midden minder breed uitgesmeerd; de partijen liggen ideologisch iets dichter bij elkaar (alle vier profileren zich als gematigd of rechts van het midden, D66 uitgezonderd progressief maar economisch gematigd). Dat kán besluitvorming soepeler maken dan in een links-rechts verbond. Dit kabinet zou waarschijnlijk zakelijker bestuur voeren: focus op economische groei, lastenverlichting voor middenklasse/bedrijfsleven, strenger migratiebeleid en degelijke overheidsfinanciën. Voor kiezers die genoeg hebben van “linkse hobby’s” en snelle groene transities kan dit aantrekkelijk zijn. Wellicht krijgt bijvoorbeeld de bouw van nieuwe woningen een impuls zonder te veel stikstofregels, een prioriteit van zowel D66 (woningnood oplossen) als JA21/VVD (regels versoepelen). Ook zou zo’n kabinet de angst voor politiek extremisme kunnen wegnemen door JA21 binnenboord te halen: hun achterban voelt zich dan gehoord, wat de opmars van nóg radicalere partijen (PVV, FvD) kan temperen. In zekere zin een “ventielfunctie”: liever JA21 meeregeren (met verantwoordelijkheid nemen), dan dat alle rechtse onvrede buiten blijft en explodeert. Bovendien: als zowel VVD als D66 meedoen, heb je toch twee pro-Europese, democratisch stabiele partijen in de mix, wat internationale geruststelling biedt.

Minpunten: Deze coalitie heeft waarschijnlijk slechts een krappe meerderheid (of moet zelfs als minderheidskabinet opereren met gedoogsteun van wisselende fracties). Een meerderheid van 76-78 zetels met vijf partijen is precair; elke interne rebellie kan al voor crisis zorgen. Daarnaast laat optie 2 de gehele linkerkant in de oppositie. GroenLinks-PvdA zou samen met SP, PvdD etc. een sterke progressieve tegenmacht vormen die elk besluit kritisch fileert. Veel kiezers links van het midden (die samen een aanzienlijk deel vormen) blijven onvervuld, wat sociale spanningen kan geven. Inhoudelijk is er het risico dat urgente klimaat- en hervormingsagenda’s vertragen: JA21 en (de huidige) VVD zijn bijvoorbeeld huiverig voor te ambitieuze klimaatplannen, terwijl D66 juist versnelling wil. Compromis kan dan betekenen dat Nederland zijn klimaatdoelen mist; slecht voor toekomstige generaties en onze internationale afspraken. Ook integratie en migratie zouden een hardere koers varen; effectief kan dat zijn, maar het mag niet ten koste gaan van onze humane tradities. D66 zou proberen het ergste te voorkomen, maar bij teveel water bij de wijn dreigt intern conflict of verlies van geloofwaardigheid bij hun kiezers. Stabiliteit is een vraagteken: lukt het deze ideologisch toch uiteenlopende ploeg om vier jaar samen te werken? Het gevaar is dat D66 bij elk conservatief voorstel van JA21 moet knarsetanden, en JA21 zich gaat profileren ten koste van D66 “die de boel tegenhoudt”. Dat is geen recept voor onderling vertrouwen. Ten slotte: qua zetelaantal zou dit kabinet op de rand balanceren; iedere verkiezingsnederlaag of afsplitsing kan de meerderheid doen verdampen, waardoor continu “rekenwerk” nodig is om wetten door de Eerste en Tweede Kamer te krijgen.

Kortom, optie 2 zou misschien kunnen werken als een soort “zakenkabinet” dat impopulaire knopen doorhakt (op financieel gebied bijvoorbeeld), maar het mist de inbreng van de grote linkse beweging in het land. Nederland heeft baat bij duurzame oplossingen voor klimaat, woningnood en ongelijkheid, en het is de vraag of een overwegend rechtse coalitie die voldoende prioriteit geeft aan die lange-termijn thema’s. Vanuit een sociaal-liberaal oogpunt zou je zeggen: beter met twee benen op de grond (links én rechts) dan hinken op één been. Toch kan een centrumrechts kabinet aantrekkelijk lijken als compromis: het voorkomt een volledig links kabinet én houdt extreemrechts buiten de deur. Maar is het bestuurbaar? De meningen zijn verdeeld, óók binnen de partijen zelf.

Welke coalitie biedt de meeste stabiliteit en wat is het beste voor Nederland?

Beide besproken opties hebben duidelijke voor- en nadelen, maar de kernvraag is: waar heeft Nederland het meest baat bij? Uiteindelijk willen we een kabinet dat stabiel vier jaar kan regeren en de grote uitdagingen van nu aanpakt. Die uitdagingen, van klimaat tot migratie en van woningbouw tot koopkracht, vereisen durf én draagvlak.

Wat opvalt is dat geen van beide coalities ideaal is in de ogen van alle betrokken partijen. De eerste optie (met GroenLinks-PvdA erbij) zou inhoudelijk een breder draagvlak in de samenleving kunnen hebben en bijvoorbeeld ambitieuze klimaat- en onderwijsplannen mogelijk maken, maar loopt stuk op de weigering van de VVD-top en haar achterban. De tweede optie (centrumrechts zonder GL/PvdA) sluit beter aan bij wat de VVD graag wil, maar stuit op grote inhoudelijke bezwaren bij D66 en is numeriek wankel.

Stabiliteit lijkt net iets meer binnen handbereik bij een ruim meerderheidskabinet (optie 1), louter omdat het zeteltechnisch comfortabeler is en meer kiezers vertegenwoordigt. Zo’n brede coalitie zou samen moeten leren besturen en elkaar in het midden vinden. Als dat lukt, profiteert Nederland van beleid dat niet constant van koers wisselt: denk aan een klimaatbeleid dat bedrijfsvriendelijk én groen is, of migratiebeleid dat zowel humaan als ordelijk is. Voor die optie pleit ook dat D66 en GroenLinks-PvdA veel programmapunten delen (klimaat, onderwijs, kansengelijkheid) en CDA en VVD elkaar goed kennen aan de rechterkant; de mix kan elkaar aanvullen. Het land heeft behoefte aan samenwerken na jaren van polarisatie.

Toch mogen we optie 2 niet afschrijven: een centrumrechts kabinet met D66 erbij zou wellicht sneller gevormd kunnen worden als iedereen bereid is een beetje toe te geven. Het zou de VVD en CDA tevreden stellen en JA21 een kans geven zich constructief te bewijzen binnen de coalitie in plaats van schreeuwend aan de zijlijn. Nederland heeft óók baat bij rust aan de rechterflank. Als JA21 meedoet en zich verantwoordelijk opstelt, kan dat voor meer balans zorgen in het politieke spectrum. Maar dit scenario vergt dat D66 instemt met een beperkt progressief programma; iets waar Rob Jetten alleen toe bereid zal zijn als er voldoende garanties zijn dat wonen, onderwijs en klimaat serieus worden aangepakt. En daar wringt het: kun je dat verwachten van een coalitie die leunt op twee rechtse partijen (VVD, JA21) die juist op klimaat en migratie vaak op de rem staan?

Concluderend lijkt een breed middenkabinet (optie 1) het meest in lijn met wat Nederland nu nodig heeft: stabiliteit én voortvarend beleid op de grote thema’s. Het algemene belang is gediend bij een regering die bruggen slaat tussen links en rechts, zodat we niet verzanden in een loopgravenoorlog. Natuurlijk, het vergt politieke moed van partijen als de VVD om over hun schaduw heen te stappen, en hetzelfde geldt voor GroenLinks-PvdA om compromissen te sluiten. Maar de beloning is een kabinet dat de steun heeft van een ruime meerderheid van de kiezers (qua vertegenwoordiging) en dat extremere geluiden aan beide zijden kan neutraliseren met gematigde oplossingen. Juist nu, in turbulente tijden, kun je betogen dat Nederland behoefte heeft aan verbinding en gezamenlijk leiderschap. Een kabinet waarin progressief en conservatief elkaar vinden, zou die toon kunnen zetten.

Mocht die ideale samenwerking toch onhaalbaar blijven door partijpolitieke obstakels, dan is de op één na beste optie wellicht een centrumrechts kabinet aangevuld met een extra partij om een meerderheid te krijgen, zij het met duidelijke afspraken om ook progressieve doelen te dienen. In feite zouden CDA, VVD en JA21 moeten accepteren dat D66’s speerpunten (klimaat, onderwijs, kansen) gewicht krijgen, en D66 zou op haar beurt strengere migratieregels en meer marktgerichte economische plannen moeten slikken. Of zo’n deal werkt, hangt af van vertrouwen en bereidheid tot geven en nemen.

Het laatste woord is aan de kiezer op 29 oktober, en daarna aan de partijen die met die uitslag iets moeten doen. Eén ding is zeker: Nederland schiet niets op met een maandenlange impasse of een wankel minderheidskabinet. Alle partijen roepen dat ze een stabiele coalitie willen die vier jaar mee kan. De echte test begint na de verkiezingen, wanneer mooie woorden omgezet moeten worden in daden. Hopelijk kiezen onze politici het pad dat het land het meeste vooruit helpt, welke samenstelling dat precies ook moge zijn. Zoals een wijs politicus ooit zei: “Het gaat niet om links of rechts, maar om vooruit.” En vooruitgang vereist soms onorthodoxe samenwerkingen. Zijn we daar klaar voor? De komende weken zullen het leren.

Interacteer met dit artikel

Laat je stem horen en ontdek verschillende perspectieven op dit onderwerp

331 likes

Vind je dit interessant?

Laat anderen weten dat je dit artikel waardevol vindt door een like te geven

AI-Powered

Politieke Bias Analyse

Laat AI de politieke oriëntatie en mogelijke bias in dit artikel analyseren

15 Partijen

Partijleider Reacties

Ontdek hoe verschillende partijleiders op dit onderwerp zouden reageren

Deel dit artikel

Verspreidt waardevolle politieke inzichten

Meer Politiekpraat

Verdiep je kennis

Ontdek meer waardevolle politieke inzichten en analyses die je helpen de complexe wereld van de politiek beter te begrijpen

Ontdek alle artikelen
Wekelijks nieuwe inzichten